De
ontwikkeling van het hagel geweer.
Het gebruik van een lading die met een enkel schot meerdere projectielen verschiet dateert al uit het allereerste begin van het ontstaan van het vuurwapen. In de oude voorlaad kanonnen gebruikte men al ladingen met meerdere projectielen, al of niet verbonden met een ketting. En gedurende de Amerikaanse onafhankelijks oorlog waren er reeds instructies voor de Britse soldaten om naast de standaard ronde kogel ook ladingen te gebruiken bestaande uit 1 standaard kogel en 3 kleine kogels. of een lading van 12 kleine kogels. In oktober 1777 kwam er een opdracht van "the Continental Army Headquarters " die luidde dat buckshot in alle vanaf dat moment te maken voorbereide munitie bijgevoegd diende te worden ( buck and ball ). Alle "hagel "munitie is op dat moment gericht op gebruik tijdens oorlog voering.
Het gebruik van hagel in een vuurwapen voor de jacht is naar alle waarschijnlijkheid te herleiden naar de pijlpunten die gebruikt werden voor jacht op klein wild. Een scherpe punt die de prooi penetreerde veroorzaakte schade aan de bout, en doodde in de meeste gevallen niet het geschoten wild.
Dit laatste is een ernstige zaak. Dit zowel uit oogpunt van weidelijkheid als ook smaak ( gestrest wild maakt stoffen aan die de smaak en de kwaliteit van het vlees aantasten). Daarbij komt dat de prooi er met je pijl vandoor gaat.
Geen echt wenselijk scenario, zeker niet als je voor de pot jaagt. Een pijl met een stompe punt doode het klein wild door trauma. Een stevige klap door een zware stompe pijlpunt dood in de meeste gevallen de prooi zonder noemenswaardige schade aan de bout.
Hetzelfde gaat dan ook op voor het jagen met een vuurwapen op klein wild. Zeker in de tijd van de eerste voorladers met het bijbehorende kaliber ( .68 is het meest voorkomende, dus ca 18 mm ) was er in geval van een raak schot weinig eend, haas, konijn, duif of ander klein wild over. Wellicht zijn er meerdere opties geprobeerd, maar bij het opkomen van het vuursteen slot zien we ook de eerste hagelgeweren verschijnen. Deze waren alleen betaalbaar door de elite, zoals de meeste vuurwapens ca 1650 tot 1870. De intrede van het percussie slot en de verbetering van de gereedschappen en het gebruikte materiaal maakte het vuurwapen wat betaalbaarder. Toch bleven deze nog steeds een privilege van de zeer rijken. De oorlogen in de tijd vanaf ca 1750 steeds meer om het gebruik van een vuurwapen in de vorm van een kanon, pistool of musket. In die periode zien we een specifiek hagel geweer verschijnen, de donderbus. Deze en de achtergelaten wapens door het vertrekkende leger of de oudere wapens werden gebruikt als gladloops wapen voor het verschieten van fijn schroot. De donderbus met zijn specifieke monding en korte loop was ideaal voor het laden van het wapen op een bok van een koets of het dek van een varend schip. De korte loop maakte het wapen praktisch, de trechtervorm van de loop monding was een hulp bij het laden. In Engeland bij voorbeeld werd de donderbus gebruikt door de Royal mail op de bok van de koets en bij bewaking van gevangenissen.
De burgeroorlog in de Verenigde staten duurde officieel van 1861 tot en met 1865, maar verdeelde de US tot 1877 in 2 vijandige kampen. Daarna volgde de oorlogen tegen de Indianen .
In die periode zie je dan ook dat er dergelijke wapens zijn gebruikt voor de bewaking van de legerkampen of om voedsel te vergaren voor de kleinere militaire eenheden van zowel de noordelijke als de zuidelijke. Omgebouwde percussie wapens kom je dan ook tegen met de mooie omschrijving “halfstock fowler “ . Later zijn er wapens speciaal voor dat doel gemaakt. Springfield maakte de forager op basis van de trapdoor, een hagel geweer in kaliber 20 met de trapdoor sluiting en hetzelfde slot van 1881 tot 1885. En vanaf 1865 is er een falling block geweer gemaakt in kaliber 20. Eerst door R.Ball& Compagny van 1865-1866 voor Merwin & Bray, en vervolgens hetzelfde model door Merrimack Arms & Manufacturing Co. met het eigen stempel van Merrimack Arms. Het betrof het Ballards patent waarbij het wapen kon worden afgevuurd met het gebruik van een eenheids patroon, of los geladen met hagel en kruit, en ontsteking met een percussie cap.
Hagel geweren konden een tweeledig doel dienen, bewaking of beveiliging, dan geladen met grovere hagel. Of de jacht, geladen met fijnere hagel. Je ziet ook dat de hagel nummers uiteenlopen van hagel 9 ( zeer fijn tot dubbel 0 of 00.
Dat zijn ballen van 8 mm doorsnede. gemiddeld 10 in een lading
De kaliber maten van het wapen zijn terug te herleiden naar een uit Groot Brittanie afkomstige standarisering. Zoveel loden ballen er met de diameter van de inwendige loopmaat in een pond gingen, gaf de kaliber maat aan. Dus een kaliber 12 had een diameter van een loden bal met het gewicht van 1/12 e pond. Een kaliber 10 ballen van 1/10 pond, en inderdaad een kaliber 20 ballen van 1/20 e pond. Voor de hagel nummers bedacht men een systeem waarbij de hagelmaat aangegeven werd met het aantal hagel korrels in een ounce. Daardoor hoe hoger het hagel nummer, hoe kleiner de korrel ( er gaan er meer in een ounce). Voor die hagel nummering zijn er op diverse plaatsen in de wereld diverse standaards vastgelegd. Dit is de aanduiding zoals in eerste instantie ontstaan.
Hoewel in Europa vrijwel geen hagelwapens zijn gebruikt als methode om delen van een leger te voorzien van eten is Europa wel de bakermat voor de jachtgeweren zoals deze nu bekend zijn, In Groot Brittannie zijn in Birmingham en Londen proefbanken voor het beschieten of testen van vuurwapens opgericht. Datzelfde gebeurde op het vaste land van Europa in Parijs, St Etienne, Luik, en Suhl. Deze proefbanken keurden de wapens en delen hiervan en bevestigde de met goed gevolg doorlopen proeven met een keurstempel. De Amerikaanse wapenmakers kenden geen proefbank. Wel zijn er van de meeste wapenmakers uit de US archieven bewaard. Door de stempels van de proefbanken, de diverse archieven en het nummeren van de wapens is veel te achterhalen en te dateren,
In ca 1870 zie je in de US dat er hagel geweren vanuit Europa worden geïmporteerd. Veelal Engelse wapensmeden maken hun dubbelloops jachtgeweren voor de Amerikaanse markt. In de US werden de side by side geweren niet alleen gebruikt voor de jacht, ook voor verdediging van huis en haard, en voor beveiliging van de koets werd de dubbelloops ingezet. De coachgun.
De ontwikkeling in Europa doorliep die van het vuursteen geweer via het slot van Forsyth naar het percussie geweer en hierop volgend de achterlader voor de penvuur patroon of de centraal vuur patroon. Meestal dubbelloops geweren. De enkelloops bleef een goedkoop geweer, of bedoeld voor het minder edele jachtwerk als de spreeuwen uit de boomgaard houden, de katten uit de tuin of voor de stroper. Een betere uitvoering van het enkelloops geweer werd gebruikt als vangschot geweer bij de jacht vanuit het kanon bootje zoals een kaliber 10 full choke. Enkelloops geweren zijn er werkelijk in alle uitvoeringen te vinden. Vanaf eigenbouw, via het product van de locale dorpssmid, naar goedkope serie producten en in de top van dit segment de verfijnde handwerkgeweren. De goedkope producten met name voor de stroper of rond het boeren bedrijf te gebruiken. Voor de jacht en de heren jagers is de dubbelloops het meest geliefd.
In de US is er meer aandacht voor de ontwikkeling van het enkelloops geweer. Een groot aantal fabrikanten maakten en maken nu nog enkelloops geweren in cal 12 cal 10 en ook in cal 8. Deze geweren zijn redelijk in prijs en geschikt voor de jacht op bv de gans en de kalkoen. Een dubbelloops geweer in een dergelijk kaliber zou te zwaar worden om goed te kunnen hanteren. Daarbij zijn de Amerikaanse geweren in het algemeen al zwaarder en lomper dan de Europese hagel geweren. De tendens aan de kant van Europese jager is licht en elegant. De kalibers variëren veelal van .410 of cal 36 tot cal 12 cal 10 is geen algemeen voorkomend kaliber. De jager in de US geeft de voorkeur aan cal 12 of groter.
cal 10 side by side voor de Amerikaanse markt
De geweren worden lichter en sierlijker. Verschillende sluitingen voor de bascule worden toegepast. Zo zijn er de Lefeaucheux sluiting, de Jones Underlever, de side lever en de top lever. Daarbij worden er verschillende systemen gebruikt om de sluiting te zekeren. De top lever wordt nu nog steeds veel toegepast.
Men gaat nu ook geweren maken zonder buitenliggende hanen. De z.g. hamerless. De haan of hanen liggen inwendig. In de US maakt American Arms een semi hamerless. De haan ligt in de kast, maar wordt gespannen door een buiten de kast liggende pal. De Engelse Hamerless geweren spannen de hanen door het openen van het geweer. Ook dit idee gaat snel de wereld over en wordt door meerdere wapensmeden toegepast. Vroege hammerless geweren hebben meestal fijne damast lopen en zijn zeer netjes afgewerkt.
In Europa blijft men een uitgesproken voorkeur houden voor de dubbelloops, dat kan als juxa pose ( lopen naast elkaar) of als super pose, ( de lopen boven elkaar) In de US heeft men graag de beschikking over meer schoten op voorraad. Op 10 april 1866 laat S.H. Rooper het patent voor een meerschots hagel geweer vastleggen Deze is te vinden in de meerdere calibers, vanaf cal 20 tot cal 12.
Roper repeating rifle
In 1882 komt Spencer met een slide action of pump action hagel geweer. Deze heeft een magazijn voor 5 patronen. Na Spencer zet Bannermann het assembleren en verkopen van dit wapen voort. Winchester heeft tot op het moment waarop de Spencer op de markt kwam hagel wapens uit Europa betrokken en onder eigen naam op de Amerikaanse markt gebracht. Om de concurrentie het hoofd te bieden geeft men John Moses Browning de opdracht om een hagel geweer met magazijn te ontwerpen. Winchester wenst voort te borduren op het succes van zijn lever action geweren en geeft te kennen dat het ontwerp voor het nieuwe hagel geweer ook een lever action moet zijn. Browning heeft op dat moment al andere ideeën maar waarschijnlijk om zijn opdrachtgever tegemoet te komen ontwerpt hij de Winchester 1887. Dit geweer wordt gemaakt in cal 12 en in cal 10 met een aantal kleine variaties in het model. Na het voltooien van zijn opdracht werpt John Browning zich op zijn eigen idee, en komt een paar jaar later met het model 1893 alleen in cal 12. Dit is eigenlijk het einde voor de 1887. Het nieuwe model van Browning is slanker, en eenvoudiger te hanteren. Van de 1887 is er een uitvoering voor de bewaking met een kortere loop, maar de meest voorkomende uitvoering is die met een loop van 30" en full choke. Het model 1893 is er in cal 12 met een looplengte van 30" en een klein aantal met een looplengte van 32". Als in 1898 de met nitro kruit geladen patroon zijn intrede doet voldoen deze ontwerpen niet meer en worden vervangen door de 1901 alleen nog maar in cal 10 voor de 1887, en de 1897 voor de 1893. Het model 1897 krijgt dan ook een voorziening om de patronen uit het magazijn te kunnen “pompen” zonder steeds de haan te moeten laten zakken ( handmatig op een scherpe patroon zoals bij het model 1893 ) de 1897 wordt geleverd in al 12, en een takedown uitvoering in caliber 16. Speciaal voor bewaking komt er een uitvoering van het model 1897 dan ook in een korte uitvoering met handbeschermer over de loop, de z.g. “Trenchgun” Een wapen dan multifunctioneel ingezet wordt als geweer voor de bewaking of zelfs met uitklappende bajonet in de loopgraven oorlog in Europa.
1893 met 30 " loop boven, met 32" loop onder
In deze periode zitten andere fabrikanten in de US niet stil. Colt komt met het ontwerp van Burgess, in ca 1894, en Remington neemt e.e.a. over van kleinere fabrikanten en maakt dan enkelloops en dubbelloops hagel geweren zoals de modellen 1882 tot en met 1889. In 1902 koopt Remington een ontwerp van Browning. Dit is het model Auto 5 In Europa gemaakt door de FN fabrieken.
In Europa komt het accent te liggen op elegantie en “good sports” De meeste wapens voor de jacht zijn basculerende geweren, geweren die geopend worden door de lopen op de bascule of de kast van het geweer te laten scharnieren waardoor de kamers vrij komen. Dit zijn veelal dubbelloops geweren. In Duitsland en Oostenrijk wordt het combinatie geweer populair, dit kunnen zijn in de uitvoering van 2, 3 of 4 lopen. In 1881 besluiten de gebroeders Darne dat het de kwaliteit van het jachtgeweer verbeterd kan worden door het basculerende model te vervangen door een vaste verbinding tussen lopen en kolf. In eerste instantie maakt men een geweer dat open draait door de groep met de hanen en de trekkers weg te draaien waardoor de kamers vrijkomen. De volgende ontwerpen laten in navolging van het dubbelloops naald geweer van von Dreysde een naar achter schuivende afsluiter met vergrendeling zien. Deze geweren zijn een hoofdstuk op zich. De productie loopt door tot 1955 en met een onderbreking in de jaren 1940 – 1945
In 1981 start het voormalig hoofd van de werkplaatsen van Darne, Paul Bruchet met de door hem opgekochte inventaris een productie van de op dit systeem gebaseerde geweren. Na 1990 volgt de zoon van Paul Bruchet , Herve Bruchet zijn vader in het bedrijf op.
In Groot Brittannie kent men vele wapensmeden, waaronder grote namen als
Purdy,
Hollis & Sons, Holland & Holland
etc.
Veel van deze oude namen leveren tot op de dag van vandaag nog kwaliteits geweren. Anderen zijn opgegaan in fusies, overnames of gewoon verdwenen. Het was immers groten deels handwerk, en bij gebrek aan opvolging kan het gebeuren dat een naam niet wordt overgedragen op een nieuwe generatie. De meeste namen en jaartallen van de Engelse wapen smeden zijn bewaard gebleven, en zijn ook na te trekken. Hiertoe zijn er verschillende internet sites, maar de boeken van Nigel Brown, British gunmakers Volume 1 en volume 2 vormen een naslagwerk met afbeeldingen en omschrijvingen van de meeste wapensmeden die in Groot Brittannie aktief waren en zijn.
Op het vaste land van Europa verdwijnen de kleine ambachtelijke wapensmeden langzaam als de concurrentie met de fabrieken die serie productie leveren te groot wordt. In België grijpt de overheid in waardoor de wapen industrie rond Luik die op dat moment bestaat uit vele kleine fabriekjes, die vaak meer produceren dan alleen wapens in verschillende gradaties van kwaliteit, gedwongen samen gaan in de FN fabrieken te Herstal. ( FN staat voor Fabrique National).
De FN fabrieken worden opgericht in 1889, Fabrique National dármes de guerre in 1901
En produceren dan niet alleen jachtwapens, maar ook wapens voor andere takken van schietsport, wapens voor miltair gebruik, maar ook motorfietsen, naaimachines, materiaal voor de hengelsport en nog veel meer.
In 1902 bezoekt John Moses Browning de FN fabrieken en is onder de indruk van hetgeen hij ziet. Hij ziet in deze fabrieken een mogelijkheid om zijn uitvindingen ook naar Europa te brengen. De Directie van de FN fabrieken zien op hun beurt weer een mogelijkheid om nieuwe ontwerpen aan te trekken. Het begin van een lange en vruchtbare samen werking is begonnen. Browning heeft in de US dan al zijn ontwerp voor een op gasdruk werkend repeterend hagel geweer kunnen ontwikkelen en verkocht aan Remington in 1902, De FN fabrieken gaan dit geweer maken voor Europa.
We spreken dan al over 1902, John M. Browning overleed in zijn kantoor in de FN fabrieken in 1926. Veel van Brownings ontwerpen zo niet alle ontwerpen zijn overgenomen door andere fabrikanten en alle bekende merken maken nu enkelloops, dubbelloops zowel de juxa als de super pose, pump action en op gasdruk werkende hagel geweren. Behalve voor de jacht worden hagel wapens ook ingezet voor wetshandhaving bewaking. Naast de standaard hagel patroon zijn er inmiddels vele soorten met de meest uiteen lopende lading.
Ook deze ontwikkeling is vroeg ingezet, de Springfield geweren in de Amerikaanse burgeroorlog werden al gebruikt met gecombineerde ladingen of met meerdere projectielen “
Hagelpatronen zijn er voor de jacht met ladingen bestaande uit loodhagel ( nu voor veel doeleinden verboden) ijzer, bismuth, zink en andere legeringen.
De hagel nummers lopen van 9 ( de fijnste hagel) tot 1 waarna de grove middelen als 00 of slugs komen. Verder zijn er ladingen die aan worden geduid als non Lethal amunition. Dat betekend niet dat je deze ladingen moet onderschatten. Less Lethal zou een betere omschrijving zijn. Hiertoe behoren
00 rubber kogels, rubber slugs of een enkelle bal, de bean bag en tot overmaat de zelf geladen patroon met grof zout.
Er is verder nog een scala aan mogelijkheden op de markt als lichtkogels en zelfs granaten.
Tot zover de ontwikkeling in vogelvlucht.
De genoemde onderwerpen zijn o.a. omschreven in:
The history
of Browning Firearms door David Miller
U.S.
Firearms 1776-1875 door David F Butler
British gunmakers Volume 1 en volume 2 door Nigel Brown
Flaydermans
Guide to antique american firearms
Breechloading
shotguns 1860-1940 door Joseph T
Vorisek
papieren " buck and ball " patroon
juxapose vuursteen geweer
halfstock fowler
Merrimack Arms 20 ga falling block
percussie dubbelloops
10 ga coachgun
een product van de dorps smid, 20 ga penvuur
Engels 10 ga enkelloops geweer
met een tussen liggende periode van ca 50 jaar wordt voor eerste een
voorlader, en later voor een penvuur geweer hetzelfde model slot toegepast
American Arms 10 ga enkelloops "semi hammerless "
1887 in 10 ga boven in 12 ga onder
Winchester 1893 versus Spencer
Auto 5
Darne met draaibare afsluiter
Darne Halifax
3 x een ontwerp van John M. Browning
Deelbaar penvuur geweer cal 16